Kashi - Reisverslag uit Shillong, India van Edwin en Inti - WaarBenJij.nu Kashi - Reisverslag uit Shillong, India van Edwin en Inti - WaarBenJij.nu

Kashi

Door: Intwin

Blijf op de hoogte en volg Edwin en Inti

21 Mei 2006 | India, Shillong

De ober smijt het standaard ontbijtje dat bestaat uit een omelet met pepers en chappati's op tafel. Kort daarna arriveert zoals iedere ochtend de krantenjongen. Kopje chai (thee met melk) erbij en ziedaar, een heerlijk begin van de nieuwe dag. De Bangladeshis koesteren hun vrijheid van meningsuiting zoals onder ander blijkt uit het dagelijkse aanbod van tientallen kranten. Engelstalige edities als de Daily Star en vooral de New Age zijn van redelijke kwaliteit en buitengewoon kritisch op het regeringsbeleid van mevrouw Kahleda Zia. In het redactioneel commentaar wordt uitvoerig stilgestaan bij de landelijke hartal die door de oppositiepartij, de Awami League, voor de volgende dag is afgekondigd. Een hartal is een staking die met geweld wordt afgedwongen en vaak ook in geweldadige protestmarsen uitmondt. Het is een beproefd middel in de samenleving. Voordat onderhandelingen gestart worden, organiseert de oppositie eerst sit-inns, boycotten en stakingen. Het parlement is een farce in Bangladesh aangezien de Awami League daar al maanden niet meer verschijnt. Beide partijen spelen elkaar de Zwarte Piet toe, ook dat is vrijheid van meningsuiting.

Navraag bij de receptionist leert dat er morgen zeker geen transport beschikbaar zal zijn. Dat komt slecht uit omdat de geldigheid van ons visum dan zal verlopen. We zijn derhalve gedwongen om halsoverkop de rugzak te pakken en het land te verlaten. Jammer. Graag hadden we nog een dag langer doorgebracht in het sympathieke Sylhet. Vrijwel alle Bangladeshi immigranten in Engeland zijn Sylhetis. Alle winkelcentra in de stad worden gefinancieerd met kapitaal uit Londen. Er heerst een onmiskenbaar andere sfeer in de stad, relaxter, minder hectisch ook dan bijvoorbeeld in de hoofdstad. Bovendien, een stad waar vrouwen vanuit een riksja roepen "you are so gorgeous", verlaat je niet gemakkelijk.

De Tamabil grenspost ziet behalve wat met steenkool afgeladen Indiase trucks, niet veel verkeer. Het immigratiekantoor is niet meer dan een klein betonnen schuurtje. Aan het bureau van de immigratie officier zijn met een dik touw negen mannen geketend. Tijdens een routine controle opgepakt voor het illegaal overschrijden van de grens. Terwijl hij zorgvuldig stempels plaatst, worden de jonge mannen op pani (water) en roti (brood) gezet. Naar de change of route permit, met zovel moeite verkregen in Dhaka, vraagt hij niet eens. Als alle formaliteiten zijn afgewerkt worden we naar de douane gesommeerd. De dames en heren genieten van een ongetwijfeld wel verdiende lunch en we moeten een half uurtje geduld hebben. De douanier informeert met de linzen (dhal) nog aan zijn handen en restanten rijst in zijn mondhoeken of we reeds travel tax betaald hebben. Nee dus, volgens onze informatie is die regel afgeschaft. We praten als Brugman maar de belastinginner is niet te vermurwen, met Dhaka heeft hij niets te maken, hij is hier de baas. Gelieve tweemaal 300 Taka te storten bij de Sonali bank in Jaintiapur, gelegen op een half uur van de grens. Bovendien, zo moeten wij weten, Bangladesh is a very poor country.

Een jonge douanier krijgt de opdracht om mij naar de bank te begeleiden. Onderweg vertel ik hem niet meer in het bezit te zijn van Taka's. "Problem", stelt hij droogjes vast. De Sonali bank wisselt geen geld en verwijst me terug naar Sylhet. De bankbediende weet dit te bevestigen: "We are not allowed by Government rules to change money Sir". De kafkaëske regeltjes van de Bengaalse overheid beginnen behoorlijk op de zenuwen te werken. Gelukkig overwint de vriendelijheid als de meegereisde douanier aanbiedt om uit eigenzak mijn Indiase roepies te wisselen voor zijn Bangladeshi Taka's. Hij hanteert niet eens een krankzinnige wisselkoers. Ja, zo is Bangladesh dan ook weer. Een paar uur later zijn dan eindelijk alle formaliteiten afgewikkeld.

De Indiase immigratieofficier is niet op zijn post aanwezig. Ook hij heeft illegalen in de kraag gevat en levert deze nu af op het politiebureau van het nabij gelegen dorp Dawki. We krijgen chai aangeboden en er wordt een loopjongen gestuurd om de beste man te waarschuwen dat er buitenlanders zijn gearriveerd die de grens over willen steken. Wanneer hij verschijnt is het direct duidelijk dat we een andere wereld binnenstappen. Voor ons staat een Kashi.

Het Noord-Oosten van India wordt gevormd door de staten Manipur, Mizoram, Tripura, Nagaland, Arunachal Pradesh, Meghalaya en Assam. Slechts een corridor, niet breder dan 30 kilometer, verbindt de regio met de rest van India. De laatste Britse gouverneur van Assam, Sir Robert Reid, verklaarde reeds dat de regio geen enkele overeenkomst vertoont met de rest van India. De regio onderscheidt zich zowel in etnische, religieuze, taalkundige als culturele zin. Slechts een historische toevalligheid, de eerste Anglo-Brimese oorlog en later de partition, is er de oorzaak van dat ook dit gebied nu
onderdeel uitmaakt van India. De meeste Indiers beschouwen de regio als achtergebleven. Omgekeerd hebben de bewoners van het Noord-Oosten niet veel op met de politieke leiders in Delhi. "We don't care a shit about India", schreeuwt een jongen door de bus als we hem vragen of hij zich een Indier voelt of een Kashi. De oorspronkelijk tribale bevolking is in de loop der jaren compleet overspoeld door hindoe migranten uit India en moslims uit Bangladesh. In Tripura is de tribale bevolking binnen 50 jaar vrijwel geheel verdwenen. In vrijwel alle zeven staten is diezelfde tribale bevolking in opstand gekomen. Tientallen rebellengroeperingen met vaak de meest spectaculaire namen strijden tegen het Indiase leger dat met de vele gevoelige landsgrenzen in de nabijheid (Bhutan, Nepal, China/Tibet, Birma en Bangladesh) ruim aanwezig is. In tegenstelling tot Kasmir krijgen de problemen van Noord-Oost India vrijwel geen aandacht in de internationale media. Zo lezen we in lokale kranten dat op dit moment (mei 2006) in Amsterdam vredesbesprekingen starten tussen de Indiase regering en opstandelingen uit Nagaland. Volgens de BBC is dit het langst lopende conflict ter wereld, waarschijnlijk ook een van de minst bekende. Toch is het niet zo dat er een full-time burgeroorlog gaande is. Grote delen van Noord-Oost India zijn al jaren rustig en zijn uitstekend te bereizen. De Indiase overheid maakt het de avontuurlijke backpacker echter niet gemakkelijk. Voor vier van de zeven staten moeten permits verkregen worden. De Indiase bureaucratie, waarvan wordt beweerd dat deze chaos weet te creeren daar waar orde bestaat, werkt niet bepaald mee. Bekend zijn de verhalen van de grote reisauteurs die soms maanden in de weer zijn geweest voordat de juiste papieren werden verstrekt, of zoals de Lonely Planet auteurs zijn afgehaakt. In Calcutta proberen we een permit voor Nagaland te verkrijgen maar we moeten daarvoor een Engelstalig trouw-certificaat overhandigen. Dat valt niet mee als je niet getrouwd bent.
Het is niet verwonderlijk dat we in vijf weken Noord-Oost India vrijwel geen toeristen tegenkomen. De regio ligt veel te ver van de toeristenroutes en de meeste toeristen hebben gewoon geen zin in al dat gedoe met permits. Gelukkig is Meghalaya, het land van de Kashi's, sinds 1995 opengesteld voor buitenlandse toeristen en krijgen we moeiteloos toegang tot dit fasinerend stukje India.

In 1841 besluit de Welsh Calvinistic Methodist Church dat het tijd wordt om zieltjes te winnen in het buitenland. Opmerkelijk genoeg wordt er geld vrijgemaakt in een tijd dat Wales zich in een diepe depressie bevindt en er zelfs een hongersnood uitbreekt. Bureauonderzoek wijst uit dat er in India een afgelegen gebied is waar de Paus, Mohammed en Brama nog niet zijn gearriveerd. Van deze drie werd destijds de Paus gezien als de grootste anti-Christ. De jonge Tomas Jones wordt naar de Kashi hills gezonden en zet de eerste stappen in wat een bijzonder succesvolle zendingsmissie zal worden. Vandaag de dag zijn er 300.000 Kashi’s die zondags in de overvolle kerken Presbysteriaanse hymnen zingen welke rechtstreeks te herleiden zijn tot de inmiddels veel kleinere moederkerk uit Wales. Tomas Jones heeft de Kashi ook voorzien van een Latijns alfabet, hetgeen zeer welkom was voor de poezie lievende Kashi’s. We vragen her en der rond aan de lokale bevolking of de naam Tomas Jones ze nog wat zegt. Verbazingwekkend genoeg antwoordt vrijwel iedereen positief op deze vraag. Studenten beweren zelfs scholen te bezoeken die door hem zijn opgericht. Hoewel succesvol, heeft ook Jones het papendom niet buiten Meghalaya weten te houden. Er zijn bijna tweemaal zoveel katholieken als presbyteriaanse christenen onder de Kashi’s.

Het vlakke Bangladesh gaat abrupt over in de groene heuvels en bergen van Meghalaya. De hoofdstad Shillong is een van de vele door de Britten omgedoopte Hillstations, een koele plaats voor de Raj om aan de zinderende zomerhitte van het Bengaalse platteland te ontsnappen. De kleurrijke markten zijn helemaal in handen van vrouwen. De Kashi samenleving is een matriachale waar erfrecht, grondeigendom en naamgeving langs de vrouwelijke lijn gaat. Collectieve verantwoordelijkheid en schaamte zorgen er bovendien voor dat Kashi’s niet bedelen wat bijzonder opmerkelijk is in een land als India. Sociale controle en de strenge leefregels van de Presbyteriaanse kerk kunnen echter niet verhinderen dat alcoholisme een waanzinnig maatschappelijk probleem is. We zien wel heel erg veel dronken mensen uitgewoond in de goot liggen. Kashi mannen worden niet oud.

Wat de zendelingen uit Wales ook niet hebben kunnen veranderen is het kauwen van de betelnoot. Shillong moet zo ongeveer de betelnoot hoofdstad van de wereld zijn. Kashi’s zijn dol op de betelnoot die met zakken tegelijk verkocht worden op de lokale markten. De betelnoot, ook wel paan, wordt gewikkeld in een blad en aangemaakt met een papje van kalksteen. De kauwers krijgen al snel een rode mond en tanden en spugen de rode drab uit. De ongeoefende paankauwer wordt overvallen door een gevoel van dronkenschap maar op de lokale bevolking lijkt het geen effect te hebben. “Alleen Engelsen en honden hebben een witte mond”, luidt een al oud gezegde. De sociale rol van de betelnoot is te vergelijken met het kauwen van qat in Jemen. Het is misschien wel het bindmiddel in de samenleving. Veel belangrijker dan ons kopje koffie. Bovendien doen ook rond de betelnoot mooie verhalen de ronde.

Ooit ging een rijke man op bezoek bij een arme Kashi. De arme Kashi kon de rijke handelaar niets aanbieden en werd overvallen door schaamte. Zodra de rijke man vertrokken was uit zijn huis, pleegde hij zelfmoord. De rijke handelaar vond dit op zijn beurt zo schokkend dat ook hij zelfmoord pleegde. Sindsdien wordt bij iedere samenkomst betelnoot aangeboden, het kost bijna niets en is zelfs voor de aller armsten te bekostigen. Werkelijk iedereen kauwt op het goedje, ook de jonge vrouwen die ons bij hun thuis uitnodigen. Toch zijn ze in het bezit van een stralend wit gebit. Het geheim is dat ze het papje van kalksteen achterwege laten en na iedere kauwsessie direct hun tanden poetsen. Bovendien zijn ze niet trots op hun matriachale samenleving. “Bij jullie zijn man en vrouw ongeveer gelijk, dat is veel beter”, verklaren ze.

Een bijzonder volkje die Kashi’s, bovendien wonen ze op een bijzondere lokatie. Nederlanders klagen graag over het weer maar de hoeveelheid regen die in de lage landen valt, staat in geen verhouding tot het hemelwater wat over de Kashi’s wordt uitgestort. We bezoeken de natste plaatst op aarde, Cherrapunjee. Het nabij gelegen vakantieresort, populair onder de Indiase toeristen, is behangen met statistieken. Cherrapunjee krijgt jaarlijks ruim 12.000 mm regenval, Nederland moet het doen met 827 mm per jaar. In het natte jaar 1974 viel zelfs 24.555 mm regen, opeens begrijpen we waarom er zoveel mensen met een paraplu onder de arm lopen. Vorig jaar was echter bijzonder droog naar lokale maatstaven waardoor de titel natste plaats ter wereld recent is vergeven aan het gehucht Mawsynam wat op een paar kilometer van Cherrapunjee is gelegen. We maken ons op voor een paar flinke regenbuien maar het is gedurende ons verblijf uitstekend weer. Stralende blauwe luchten en door de hoogte toch een aangename temperatuur. Vanuit onze kamer zien we zowel het vlakke Bangladesh als de prachtige bergen van Meghalaya.

Al die regenval in een tropisch klimaat zorgt er natuurlijk voor dat de plantjes wel willen groeien. De Kashi’s blijken ware bio-engineers te zijn en tijdens een trektocht stuiten we op een zogenaamde living root bridge, een brug gemaakt van de wortels van een rubberboom (Ficus Elastica). De wortels van deze boom worden geleid langs een uitholde stam van een betelnoot boom. De opengebleven gaten worden gedicht met stenen. Moeder natuur doet de rest. Het duurt 10 tot 15 jaar voordat de brug volgroeid is en ze gaan zeker 500 tot 600 jaar mee. Lang kunnen we echter niet genieten van de brug, de lucht betrekt en voor we het weten regent het hard, heel erg ongenadig hard.


Afgelegde route:
Sylhet (Bangladesh) – Shillong (India) – Cherrapunjee – Shillong – Jowai – Shillong –Guwahati – Bahlukpung – North Lakimpur – Itanagar – Bahlukpung – Dirang – Tawang – Zemithang –Tawang – Bomdilla – Jorhat – Majuli – Guwahati - Calcutta

  • 21 Mei 2006 - 16:20

    Jocelyn:

    Nog even en dan zien we elkaar weer. Gezellig!! En Ed, blijf je slapen dan? Gezellig met zijn tweetjes op mijn kamertje bijkletsen ;-)
    bye bye

    Joce

  • 21 Mei 2006 - 16:45

    Henk & Riet:

    Zeg Jos...wij willen ook bijkletsen.....HAHA
    HenRi

  • 21 Mei 2006 - 19:57

    Jocelyn Yellow House:

    I can just picture you all upstairs at Nr 11, in the newly decorated bedroom.
    We're going to miss these wonderful stories of yours, it's been great to read of some of your incredible experiences. Worth writing a book about..
    Greetings from down under.

  • 22 Mei 2006 - 13:21

    Tom Finney:

    Sounds like you're having a great time. My dutch has been coming along in leaps and bounds in the last few months and I think I get the general jist of the story. So let me be the first to offer you my congratulations, although I'm not sure about Inti's hat?

  • 22 Mei 2006 - 16:44

    Neef Henk:

    Geweldig verhaal, jammer dat jullie weer terug komen, hoewel een nieuw spel spelen en wat eten met jullie is ook niet te versmaden. En het regent hier ook erg hard de laatste week

    Groeten

    Henk

  • 23 Mei 2006 - 14:05

    Hasan:

    Hee lieve mensen,

    nog bedankt voor jullie krantjes, ze zijn eerder dan jullie in Nederland aangekomen, dus die Indiase PTT is zo beroerd nog niet. Geniet van de laatste dagen en tot snel in ons kikkerland. Spellendozen staan klaar. Enjoy! Sanne, Hans en kids

  • 24 Mei 2006 - 06:52

    Bayern Mondeel:

    Namaste Intwin,

    wat een spannende grensavonturen! Die regen is alvast een mooi opwarmertje voor het weer in Nederland...Breda lijkt ook voor de titel natste plek ter wereld te strijden, helaas....En wij maar proberen te barbequen..

    Houdoe

  • 24 Mei 2006 - 15:29

    B&d Groeten U:

    een hele goede terugvlucht toegewenst, vergeet niet te zwaaien naar de himalayas als je rechts zit want straks is alles weer plat. dank voor alle sterke verhalen - ze zorgden immer voor een fijne break tussen 9 en 5.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: India, Shillong

Mijn eerste reis

Hier schrijf ik later misschien iets over mijzelf.

Recente Reisverslagen:

26 Mei 2006

Thuis

21 Mei 2006

Kashi

27 April 2006

Cricket

18 April 2006

Ambivalent

08 April 2006

www.indebresvoorbangladesh.nl
Edwin en Inti
Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 1621
Totaal aantal bezoekers 158843

Voorgaande reizen:

01 Februari 2005 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: